CEDAW

Het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen

Het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen (CEDAW) werd in 1979 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en is in 1981 van kracht geworden.

Het bevat een preambule en 30 artikels die het begrip discriminatie definiëren en die gericht zijn op het wegwerken ervan in alle aspecten van het openbare en het privéleven van vrouwen.

Een aanvullend protocol laat privépersonen en verenigingen toe om zich tot het CEDAW-Comité te richten als ze menen het slachtoffer te zijn van een inbreuk  tegen het verdrag.  

Een jaar na de bekrachtiging en daarna in principe om de vier jaar moeten de lidstaten verslag uitbrengen over de toepassing van het Verdrag voor het CEDAW-Comité, dat uit 23 onafhankelijke experts bestaat en moet toezien op de toepassing van het Verdrag.

België bekrachtigde het Verdrag in 1985 en het aanvullend protocol  in 2004 en brengt om de vier jaar aan het Comité verslag uit over de toepassing ervan op nationaal niveau. Het Instituut neemt de redactiecoördinatie van dit rapport op zich, in samenwerking met Buitenlandse Zaken. 

De rapporten en aanbevelingen die het Comité aan België heeft gericht sinds het indienen van het eerste rapport zijn beschikbaar op de website van de Verenigde Naties.

Het achtste en laatste verslag werd in oktober 2022 ingediend. Er werd een reeks aanbevelingen aan België geformuleerd.