Kopstuk Islam-partij veroordeeld op basis van Seksismewet: het Hof van Cassatie bevestigt de beslissing van het hof van beroep

10 juni 2022

In 2018 had Redouane Ahrouch een seksistische houding aangenomen tijdens een televisieprogramma. Hij weigerde kennelijk om met de journaliste, mevrouw Praet, te praten en haar aan te kijken, specifiek omdat ze een vrouw was. Mevrouw Praet en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen brachten de zaak voor de rechter. De heer Ahrouch werd veroordeeld, maar ging tegen het vonnis in beroep. 

Op 2 februari van dit jaar sprak het hof van beroep van Brussel zich uit op basis van de wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en veroordeelde de heer Ahrouch tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en tot het betalen van een schadevergoeding van 1000 euro aan het slachtoffer en een symbolische 1 euro aan het Instituut. Het hof van beroep stelde dat de verdediging van de fundamentele waarde van de gelijkheid van mannen en vrouwen de door Ahrouch ingeroepen beperkingen van de vrijheid van meningsuiting rechtvaardigt. 

Het Hof van Cassatie oordeelde dat het hof van beroep zijn beslissing juridisch had gerechtvaardigd, zonder op enigerlei wijze inbreuk te maken op de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. Het stelde ook dat een specifieke intentie (bijzonder opzet) niet vereist was om het misdrijf seksisme te erkennen. De beslissing van het Brusselse hof van beroep is dus definitief.