Verontrustende cijfers over geweld en discriminatie tegen LGBTI-personen
België is een koploper op het vlak van inclusie en rechten van lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en intersekse personen. Toch tonen zowel de cijfers voor 2024 van Unia als van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen aan dat gevallen van geweld en van discriminatie in verschillende vormen aanwezig blijven.
Zorgwekkend klimaat
In 2024 sloot Unia 136 dossiers af over seksuele oriëntatie. Wat opvalt: haatspraak en vooral haatmisdrijven komen er veel vaker in voor dan bij dossiers over andere beschermde kenmerken.
Zo werd 35% van de dossiers van Unia in 2024 gekenmerkt door homofobe, lesbofobe of bifobe haatmisdrijven. Meer dan een derde van de gevallen gaat over slagen en verwondingen en een vergelijkbaar percentage over ernstige intimidatie. Voor de zogenaamde ‘raciale’ kenmerken en geloofsovertuigingen ligt het percentage haatmisdrijven veel lager (respectievelijk 14% en 6%).
De daders zijn vaak jonge mannen die, soms in groep, vooral andere mannen viseren. Valstrikken via gespecialiseerde dating-apps komen opvallend vaker voor. Het gaat dan bijvoorbeeld om mannen die in de val werden gelokt via de app Grindr, met minstens 8 slachtoffers. Ze werden blootgesteld aan homofobe beledigingen, bedreigd met steekwapens, geslagen en afgeperst. De vermeende daders van deze gewelddadige handelingen verschijnen woensdag 14 mei voor de correctionele rechtbank van Brussel.
Recordaantal rechtszaken
Unia is burgerlijke partij in dit dossier, zoals in 10 andere dossiers van homofobe agressies sinds begin 2024. Dat wijst helaas op de herhaling en de ernst van de feiten. "Unia heeft zich burgerlijke partij gesteld bij al deze dossiers om de slachtoffers te steunen en ze te begeleiden gedurende de hele strafprocedure. Deze gevallen zijn bijzonder belangrijk omdat er bij deze agressies een vijandig signaal gestuurd wordt naar een hele gemeenschap. Unia informeert ook de rechtbanken, zodat het onderzoek aandacht besteedt aan het discriminerende motief. De aanval wordt dan niet gezien als een "gewone" aanval, maar als een aanval met een discriminerend motief – een verzwarende omstandigheid waarmee rekening moet gehouden worden" zegt Els Keytsman, directeur van Unia.
Trans personen vooral mikpunt van discriminaties
74 dossiers van het Instituut in 2024 hadden te maken met de medische en/of sociale transitie en 80 met genderidentiteit. Transgender personen zijn vaak het doelwit van discriminatie op de werkvloer (47 meldingen in 2024), maar ook in de verzekerings- en zorgsector.
Sociale media en de media versterken het antigenderdiscours, waardoor het bestaansrecht van transgender personen in twijfel wordt getrokken. Meer verraderlijk is dat haatspraak niet altijd expliciet is, maar een humoristische of parodiërende vorm aanneemt. Toch zorgt het voor een transfoob klimaat en normaliseert het haatdragend gedrag.
De meldingen die komen van intersekse personen, vertegenwoordigen nog net geen 1% van de meldingen die het Instituut binnen kreeg. Dat toont ook aan dat er weinig kennis is over intersekse personen vanuit het grote publiek. Desondanks worden er iedere dag vijf kinderen in België geboren met een variatie van geslachtskenmerken. Die onwetendheid vormt de basis van interseksefobie. Dat kan zich uiten in de druk die ouders van intersekse kinderen ervaren om onnodige medische interventies toe te laten op de geslachtskenmerken.
Meld feiten
Unia en het Instituut moedigen slachtoffers en getuigen van elke vorm van discriminatie, haatspraak of haatmisdrijf aan om een klacht in te dienen bij de politie waar een specifiek verslag zal worden opgesteld.
Maar de slachtoffers van homofobie, bifobie of transfobie zijn nog vaak te bang om klacht in te dienen: bang om een coming-out te doen, bang om toe te geven dat ze op dating-apps zitten, bang om slecht onthaald te worden, bang voor stigmatisering, bang dat hun klacht gevolgen zal hebben voor hun privé- en werkleven enzovoort. Volgens een Europese studie stapt in België slechts 14% van de LGBTI+slachtoffers naar de politie. De feiten worden dus ondergerapporteerd.
Een melding kan ook bij Unia of bij het Instituut zodat die instellingen slachtoffers kunnen begeleiden.
Oproep aan politici: hoog tijd om samen te werken aan de strijd tegen discriminatie en aanvallen tegen LGBTI
Tijdens de vorige legislatuur ontwikkelde elk machtsniveau een eigen actieplan tegen LGBTI-fobieën. Die versnippering werkt een coherent en efficiënt beleid tegen.
Unia en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen pleiten daarom voor een ambitieus interfederaal actieplan dat de samenwerking tussen de verschillende machtsniveaus versterkt.