Oorlogen en gewapende conflicten hebben altijd een andere impact gehad op vrouwen dan op mannen. Terwijl mannen vaker rechtstreeks bij gewapende conflicten betrokken zijn, voelen vrouwen het effect van gewapende conflicten zowel indirect, wegens moeilijke en onveilige omstandigheden veroorzaakt door oorlog, als direct, in de hoedanigheid van burgerslachtoffer. Bovendien worden vrouwen niet of nauwelijks betrokken bij vredesbesprekingen en de voorbereiding van de wederopbouw.
Om deze situatie een halt toe te roepen, nam de VN Veiligheidsraad op 31 oktober 2000 bij consensus resolutie 1325 aan. Deze resolutie, getiteld ‘Vrouwen, Vrede en Veiligheid’, beoogt zowel de preventie van en bescherming tegen geweld op vrouwen en meisjes alsook de participatie van vrouwen in de besluitvorming op het gebied van vrede en veiligheid te bevorderen. Om de concrete uitvoering van resolutie 1325 te bewerkstelligen, riep de VN Veiligheidsraad in 2004 alle lidstaten op om rond dit thema een eigen Nationaal Actieplan (NAP) uit te werken. België heeft aan deze oproep gevolg gegeven door een eerste nationaal actieplan 2009-2012 aan te nemen.
Een tweede nationaal actieplan werd op 19 juli 2013 aan de Ministerraad voorgesteld en bestrijkt de periode 2013-2016.
Dit tweede NAP is onderverdeeld in 6 prioritaire doelstellingen. Deze zijn:
1. het internationale normatieve kader;
2. de integratie van de genderdimensie in het kader van resolutie 1325;
3. de bescherming van vrouwen en meisjes tegen alle vormen van geweld;
4. de deelname van vrouwen aan vredesprocessen en processen van vredesopbouw;
5. de steun voor de uitvoering van resolutie 1325 en het NAP;
6. de opvolging, rapportage en monitoring.
Publicatiedatum: 2014