In het kader van het Europese project 'De uitdaging van mainstreaming voor de vakbondsbeweging: Hoe kunnen vakbonden gelijkheid integreren tussen vrouwen en mannen, op het werk en in het dagelijks leven?' werd een charter gelijkheid van de Belgische vakbonden opgesteld. In 2006 en 2007 werd dit charter opgevolgd en geëvalueerd.
De e-Codex Gelijkheid V/M is een chronologisch geordend geheel van verdragen en wetteksten m.b.t. thema’s waarvoor het Instituut bevoegd is.
Deze onderzoeksopdracht heeft verschillende doelstellingen. Een eerste doelstelling bestaat erin om het voorkomen van intiem partnergeweld in holebirelaties op een systematische manier in kaart te brengen. Een tweede doelsteling is de exploratie van hoe holebislachtoffers van intiem partnergeweld dit geweld ervaren. Een derde doelstelling is het bekijken van de problematiek vanuit het perspectief van de hulpverleners.
Studie naar de factoren die de vrijheid van jongens en mannen van vreemde oorsprong in België beperken in hun partnerkeuze.
Verslagen over het beleid gevoerd overeenkomstig de doelstellingen van de vierde Wereldvrouwenconferentie die in september 1996 te Peking heeft plaatsgehad.
Dit rapport, dat op verzoek van het Instituut is opgesteld door de Equality Law Clinic van de ULB, analyseert de impact van het arrest van het Grondwettelijk Hof op het Belgische recht en de manieren waarop gevolg kan worden gegeven aan dit arrest in het licht van de eerbiediging van de mensenrechten en van het vergelijkend recht.
De Europese Unie streeft al meer dan 50 jaar de gelijke behandeling van vrouwen en mannen na. Tijdens het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, heeft België bijzonder veel aandacht geschonken aan de gelijkheid tussen vrouwen en mannen.
Eergerelateerd geweld is een complex fenomeen, vaak met een verborgen karakter. Net als bij (andere vormen van) familiaal geweld, zetten slachtoffers in vele gevallen niet de stap naar hulpverlening of politie, bijvoorbeeld uit schaamte, angst, loyaliteit of door negatieve ervaringen met dienstverlening.
In opdracht van Sarah Schlitz, staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, en Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, hebben het Instituut en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een vierde studie laten uitvoeren over de prevalentie van vrouwelijke genitale verminking (VGV) in België.
Deze handleiding heeft de ambitie om enerzijds meer klaarheid te brengen in de basisbeginselen van functiewaarderingsystemen en anderzijds te waarschuwen voor risico’s op discriminatie in het functiewaarderingsproces.
Pagina's