Andere informatie en diensten van de overheid: www.belgium.be

Begrippenlijst

De omschrijving ‘trans personen’ is een heel brede term.
Zonder te willen bijdragen aan hokjesdenken, worden hier enkele begrippen gepresenteerd om de diversiteit aan genderbeleving enigszins te verduidelijken.

  • Transgender

    Een persoon is transgender wanneer de genderidentiteit en/of -expressie niet (helemaal) overeenkomen met het geslacht of het gender dat hen bij de geboorte werd toegewezen. Soms worden de term ‘gendervariant’, ‘genderdivers’, ‘genderqueer’ of ‘gender non-conforming’ gebruikt als synoniemen voor transgender.

  • Cisgender

    Bij cisgender personen komen de genderidentiteit en -expressie overeen met het geslacht en het gender dat hen bij de geboorte werd toegewezen.

  • Genderidentiteit

    De persoonlijke ervaring van het eigen gender, die al dan niet kan overeenkomen met het gender of geslacht dat bij de geboorte werd toegewezen.

  • Genderexpressie

    De manier waarop mensen hun genderidentiteit vormgeven (kleding, taalgebruik, gedrag, enz.) en hoe dit door anderen wordt waargenomen.

  • Non-binair

    Een non-binaire persoon beleeft een genderidentiteit die niet (volledig) vrouwelijk of mannelijk is, of een combinatie van de twee is.

  • Genderfluïde

    Genderfluïde personen hebben een genderidentiteit die evolueert doorheen de tijd.

  • Transitie

    Het proces waarbij trans personen de genderexpressie, het lichaam en/of de officiële documenten in overeenstemming brengen met de beleefde genderidentiteit.

  • Toegewezen geslacht

    Bij de geboorte bepaalt de arts op basis van een inspectie van de uitwendige geslachtskenmerken het geslacht van een pasgeborene. Deze beoordeling houdt geen rekening met de onzichtbare geslachtskenmerken, zoals chromosomen of hormonen. Daarom spreekt men over het ‘toegewezen geslacht’. Daarmee wordt erkend dat de kans bestaat dat dit niet helemaal strookt met de werkelijkheid.

  • Toegewezen gender

    Een kind wordt meestal opgevoed in de genderrol die aansluit bij het toegewezen geslacht. Tot het moment dat het kind zelf kan uiten hoe het de genderidentiteit beleeft, weten we niet of de genderrol waarin een kind wordt opgevoed, aansluit bij de genderidentiteit. Daarom noemen we die genderrol het ‘toegewezen gender’.