Wet- en regelgeving
Sinds 21 maart 2022 is er een nieuw strafrechtelijk kader voor seksuele misdrijven. De wet houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht steekt het seksueel strafrecht in een nieuw en moderner jasje. Sinds de inwerkingtreding van deze wet staat binnen het seksueel strafrecht het principe van seksueel zelfbeschikkingsrecht en de vrije wil om al dan niet met bepaalde seksuele gedragingen in te stemmen, centraal.
Seksueel geweld is bijgevolg strafbaar op basis van onder meer volgende strafartikelen (Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht):
- Aantasting van de seksuele integriteit (Artikel 417/7 Strafwetboek)
- Voyeurisme (Artikel 417/8 Strafwetboek)
- Niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte inhoud (Artikel 417/9 Strafwetboek)
- Verkrachting (Artikel 417/11 Strafwetboek)
- Incest (Artikel 417/8 Strafwetboek)
Er worden ook verschillende bestraffingen voorzien afhankelijk van bepaalde elementen die verbonden zijn aan de context waarin het geweld plaatsvond, de kenmerken verbonden aan het slachtoffer of de identiteit en relatie ten aanzien van de pleger:
- Niet-consensuele seksuele handelingen met de dood tot gevolg, gepaard gaande met foltering of opsluiting of zwaar geweld, gepleegd onder bedreiging van een wapen of door de toediening van weerloosmakende of remmingsverlagende stoffen.
- Niet-consensuele seksuele handelingen ten aanzien van personen in een kwetsbare toestand ten gevolge van leeftijd, zwangerschap, ziekte, een lichamelijke of geestelijke beperking, of ten aanzien van een minderjarige.
- Niet-consensuele handelingen gepleegd in intrafamiliale context of in een gezagsrelatie.
- Niet-consensuele handelingen gepleegd onder meer omwille van haat, misprijzen of vijandigheid tegen een persoon omwille van het zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, nationaliteit, geslacht, zwangerschap, bevalling, ouderschap, geslachtsverandering, genderidentiteit, genderexpressie, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, leeftijd, vermogen, geloof of levensbeschouwing, gezondheidstoestand, handicap, taal, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst en positie. Voor de toepassing van deze strafverzwaring wordt gekeken naar de motivatie of de drijfveer van de pleger, niet naar of het slachtoffer zich effectief identificeert met het discriminatiekenmerk.
De wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (de Genderwet) verbiedt elke vorm van seksuele intimidatie binnen het toepassingsgebied van de wet.
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (de Welzijnswet) biedt een kader voor de preventie en bescherming van ongewenst seksueel geweld op de werkvloer (OSGW). Het beleid met betrekking tot OSGW kadert binnen de procedures over psychosociale risico’s op het werk. Meer informatie over ongewenst seksueel gedrag op het werk lees je op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.