Wet Smet-Tobback

Na een lang en woelig parlementair debat nam de wetgever op 24 mei 1994 (B.S. van 1 juli 1994) een eerste maatregel aan met het oog een grotere participatie van vrouwen aan de politieke besluitvorming. Deze zogenaamde 'wet Smet-Tobback' (naar de namen van de initiatiefnemers ervan) verbiedt de politieke partijen om kandidatenlijsten voor te leggen waarop meer dan 2/3 van de kandidaten van hetzelfde geslacht zijn.

De wet 'ter bevordering van een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten voor de verkiezingen' werd voor de eerste keer toegepast bij de Europese, regionale en parlementsverkiezingen van 13 juni 1999. Daarna werd ze op lokaal niveau toegepast bij de gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 8 oktober 2000.

Van 1999 tot 2003 hebben de federale regering en het parlement verder gewerkt aan de tenuitvoerlegging van een beleid met het oog op een betere vrouwelijke vertegenwoordiging in de wetgevende vergaderingen en de verschillende uitvoerende machten van het land.