De naleving van het principe van de gelijke behandeling van vrouwen en mannen wordt gewaarborgd door het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap uit 1957.
Momenteel bepaalt het Artikel 2 van het EG-Verdrag dat de bevordering van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen één van de taken van de Europese Unie is. Volgens Artikel 3(2) bestrijdt de Gemeenschap de ongelijkheden en bevordert ze de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in al haar activiteiten. Artikel 141 (1) EG waarborgt gelijk loon voor vrouwen en mannen. Bovendien kunnen drie juridische gronden worden ingeroepen voor de ontwikkeling van de wetgeving van de Europese Unie inzake de gelijke behandeling van vrouwen en mannen, met name het Artikel 141(3) EG betreffende arbeid en tewerkstelling, het Artikel 13(1) EG buiten het domein van de tewerkstelling en het Artikel 137 EG voor de bevordering van de werkgelegenheid en betere arbeids- en levensomstandigheden.
Er werden een twaalftal richtlijnen aangenomen om de verplichtingen van de lidstaten te verduidelijken bij de naleving van het beginsel van de gelijkheid van vrouwen en mannen in de domeinen werkgelegenheid, arbeid en de toegang tot goederen en diensten. Ook de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen maakt deel uit van de Europese rechtsbronnen waarnaar burgers kunnen verwijzen om hun rechten te doen gelden.
Het Instituut stelt zijn expertise ter beschikking aan de sociale attaché in het kader van de onderhandeling van nieuwe voorstellen van richtlijn en van elke akte met het oog op de tenuitvoerlegging van het principe van de gelijkheid van vrouwen en mannen. Daarnaast draagt het bij tot de omzetting van door België aangenomen richtlijnen in de federale wetgeving.
Een overzicht van de wetgeving van de Europese Unie in het domein van de gelijkheid van vrouwen en mannen is beschikbaar op de website van de Europese Commissie.