Het begrip 'glazen plafond' verwijst naar het feit dat vrouwen kunnen opklimmen in de hiërarchie van de onderneming, maar slechts tot een bepaald niveau. Resultaat: ze zijn grotendeels afwezig aan de top van de hiërarchie. Merk op dat vrouwen zowel in de private sector als bij de overheid tegen het glazen plafond botsen, maar ook op veel andere gebieden: vakbonden, werkgeversorganisaties, ngo's, de academische wereld, politieke partijen, enz.
Er bestaan nog andere metaforen:
- De 'leaky pipeline' ('lekkende pijpleiding'): hoe hoger in de gelederen van een organisatie, hoe minder vrouwen, omdat vrouwen geweerd worden op elk niveau.
- De 'plakkende vloer': er bestaat een onzichtbare barrière die voorkomt dat vrouwen promotie maken en op hun oorspronkelijke niveau blijven steken.
- De ‘glazen afgrond’: wanneer vrouwen enkel naar voren worden geschoven als leider wanneer het bedrijf in crisis verkeert. Is de kust terug veilig, dan worden deze vrouwen van de afgrond in geduwd of aan de kant geschoven.
De oorzaak hiervoor ligt in een hardnekkige en seksistische bedrijfscultuur. Een gebrek aan bekwaamheid bij vrouwen kan moeilijk worden ingeroepen, want in de jongere generaties zijn vrouwen gemiddeld hoger opgeleid dan mannen.
Het gevolg van het glazen plafond is een enorm verlies aan potentieel. Bedrijven met een genderevenwicht in het management presteren immers beter.