Het Koninklijk Besluit met betrekking tot de oprichting en de werking van de 'interdepartementale coördinatiegroep' (ICG) voorziet ook in een coördinatie binnen de federale departementen (FOD-POD).
Coördinatoren/-trices gender mainstreaming
De leden van de ICG die binnen elke FOD en POD aangesteld worden, spelen een belangrijke coördinerende rol binnen hun departement.Deze coördinatoren/-trices zijn ambtenaren van niveau A van wie de taken in verband met de toepassing van de wet van 12 januari 2007 opgenomen zijn in hun functiebeschrijving en die dus op deze basis geëvalueerd worden. Deze ambtenaren moeten over voldoende tijd beschikken om hun taken uit te voeren. Ze zijn bij voorkeur werkzaam op een dienst waar ze transversaal kunnen werken, want zij zijn de contactpersonen voor alle ambtenaren die betrokken zijn bij de toepassing van gender mainstreaming.
De taken van de coördinator/-trice worden uitgevoerd onder de bevoegdheid van de leidinggevende ambtenaar die hier de eindverantwoordelijkheid voor draagt. Deze laatste moet er ook op toezien dat alle leden van het directiecomité rekening houden met de geïntegreerde aanpak van de genderdimensie. Tot slot moet hij/zij regelmatig verslag uitbrengen over de toepassing van gender mainstreaming binnen zijn departement aan de toezichthoudende minister.
Interne coördinatiestructuren
Idealiter zou elke administratie een interne coördinatiestructuur moeten voorzien. De leidinggevende ambtenaar moet erop toezien dat deze coördinatie het mogelijk maakt om de taken uit te voeren die worden opgelegd door het Besluit.
Deze structuur zou als volgt kunnen worden opgebouwd:
- De Voorzit(s)ter van de FOD-POD (voorzitterschap);
- De coördinator/-trice;
- Een vertegenwoordig(st)er van elke algemene directie (ook de studiediensten, de verantwoordelijken van de statistieken);
- Een verantwoordelijke van de overheidsopdrachten en de opstelling van de begroting (dienst B&B);
- Een vertegenwoordig(st)er van de communicatie;
- De verantwoordelijke diversiteit (dienst P&O).
Andere actoren kunnen uitgenodigd worden, afhankelijk van de besproken thema’s.
Taken van de coördinatoren/-trices
De belangrijkste taken van de coördinatoren/-trices zijn:
- Het ontwerp van bijdrage voorbereiden van de administratie waarvoor zij werken aan het federaal plan opgesteld door de ICG;
- De bijdrage voorbereiden van hun administratie aan het tussentijds verslag en het verslag op het einde van de legislatuur;
- Een proces invoeren om de opstelling van statistieken naar geslacht en de opstelling van genderindicatoren op te volgen;
- Een proces invoeren om de 'gendertests' op te volgen;
- Een proces invoeren om gender budgeting op te volgen (inclusief in het kader van de procedures voor de toekenning van overheidsopdrachten en subsidies binnen de administratie);
- Opleidingen organiseren en informatie verspreiden binnen hun administratie over de geïntegreerde aanpak van de genderdimensie en de concrete toepassing ervan.
Om de organisatie van genderopleidingen te ondersteunen, heeft het Instituut een document laten opstellen met de titel Leidraad voor een basisopleiding rond gender dat nuttig kan zijn voor iedereen die anderen wil bewust maken van en/of opleiden over gender.