Seksisme

De strijd tegen seksisme is belangrijk. Seksisme is immers een vruchtbare voedingsbodem voor discriminatie en intimidatie. Of dit nu gebeurt op straat, op de werkvloer, of in de privésfeer, seksisme leidt tot structurele machtsonevenwichten. Dat die ongelijkheid ook in België vandaag nog steeds bestaat, kan niet worden ontkend. Bijna dagelijks contacteren slachtoffers van seksisme en discriminatie het Instituut.

Omwille van de noodzaak aan een goede, gefundeerde en praktisch werkbare definitie van seksisme voerde Magda Michielsens in 2008 een onderzoek uit in opdracht van het Instituut over de definiëring van het concept seksisme. Het doel van dit sociologisch onderzoek was meervoudig. Ten eerste werd het verband onderzocht tussen seksisme, stereotypen, vooroordelen en discriminatie op basis van geslacht. Ten tweede werd de mogelijkheid onderzocht om een grens te trekken tussen aanvaardbare en niet-aanvaardbare handelingen die verband houden met een onderscheid dat wordt gemaakt tussen de seksen. Ten derde werd het beperken van dergelijke onaanvaardbare handelingen bestudeerd. Ten slotte werden de domeinen waarin en de handelingen waarop een definitie van ‘seksisme’ van toepassing kan zijn afgebakend.

Het Instituut publiceerde in 2009 ook de resultaten van een onderzoek over de beeldvorming van vrouwen en mannen in de reclame in België. Het rapport bevatte richtlijnen over het afbeelden van vrouwen en mannen in de reclame, wegen naar meer begrip en bewustzijn van de problematiek en concrete voorstellen om te komen tot een betere regeling van de bestaande relaties tussen de verschillende spelers.

Enkele resultaten:

  • Uit het onderzoek bleek dat er sinds 1960 sprake is van enerzijds een betere weerspiegeling van de reële maatschappelijke rollen van vrouwen en mannen in de reclame en anderzijds een toename van al dan niet expliciete seksuele representaties.
  • Nederlandstalige respondenten zijn toleranter dan Franstalige ten aanzien van vrouw- of manonvriendelijke reclame.
  • Reclamemakers en marketeers zijn minder snel geneigd om een reclame vrouw- of manonvriendelijk te vinden dan personen die actief zijn in de gelijkekansensector.
  • Mannen zien vrouw- en manonvriendelijke reclame sneller door de vingers dan vrouwen.

Omdat er weinig empirische gegevens beschikbaar zijn over de houding van de Belgische bevolking met betrekking tot seksisme, homofobie en transfobie, gaf het Instituut samen met de toenmalige Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor Gelijke Kansen en het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding in 2013 de opdracht om een dergelijke attitudepeiling uit te voeren onder de Belgische bevolking van 16 jaar en ouder: Beyond the box.

Enkele resultaten:

  • Opvallend was dat bij de respondenten seksistische attitudes het meest voorkwamen. Er blijken dus nog heel wat vooroordelen over en tussen mannen en vrouwen te leven.
  • Seksistische opvattingen komen veel vaker voor bij mensen die een strikt onderscheid maken tussen vrouwen en mannen, die geen voorstander zijn van maatschappelijke gelijkheid en bij lager opgeleiden.