Arbeid

Gelijkheid tussen vrouwen en mannen tot stand brengen is een werk van lange adem. Om de nog bestaande moeilijkheden in kaart te brengen en oplossingen te kunnen bieden doet het Instituut onderzoek naar gelijke kansen voor vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt.

Loonkloof

Jaarlijks publiceert het Instituut in samenwerking met de Dienst Statistieken van de FOD Economie, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en het Federaal Planbureau een cijferrapport waarin de loonkloof in België nauwgezet wordt opgevolgd.

Glazen plafond

De participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt is de laatste decennia spectaculair gestegen. Een gelijkaardige evolutie heeft zich vooralsnog niet afgespeeld bij de vertegenwoordiging van vrouwen aan de bedrijfstop. Zowel nationaal als internationaal worden vrouwen geconfronteerd met het glazen plafond waardoor ze veel minder vaak dan hun mannelijke collega’s doorstoten naar absolute topfuncties binnen het bedrijfsleven.

Vrouwen aan de top

De onderzoeksrapporten die het Instituut publiceerde in 2009 en 2013 over vrouwen en besluitvorming bevatten belangrijke hoofdstukken over genderongelijkheid aan de top van de bedrijfswereld.

Enkele resultaten:

  • In 2012 was slechts 10,1% van de leden van de raden van bestuur van beursgenoteerde ondernemingen en 7,1% van de niet-beursgenoteerde ondernemingen vrouw.
  • Vrouwen vertegenwoordigden slechts 11,6% van de algemeen bestuurders van de federale overheidsdiensten.
  • Bij de academische bestuursleden bedroeg dat percentage 23%.

Balans van de wet van 28 juli 2011 over genderquota in raden van bestuur

Het federaal Parlement nam op 28 juli 2011 de zogenaamde quotawet aan die een minimale vertegenwoordiging van een derde van elk geslacht garandeert in de raad van bestuur van sommige economische overheidsbedrijven, beursgenoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij. In 2015 voerde het Instituut een eerste studie uit op basis van de samenstelling van de raden van bestuur en directiecomités in 2008, 2012 en 2014. Het doel ervan was om de eerste effecten van de quotawetgeving in kaart te brengen. Een tweede studie bracht deze informatie up-to-date en analyseerde de resultaten voor het jaar 2016. De onderzoeksvraag van de derde studie is of de grote beursgenoteerde privébedrijven aan de verplichtingen van de wet voldoen. Dit onderzoek, gevoerd in 2018, bevat de bevindingen over de samenstelling van raden van bestuur en directiecomités van beursgenoteerde Belgische bedrijven in het jaar 2017.

Combinatie werk en privéleven

Er zijn weinig maatschappelijke domeinen waarin de impact van oude stereotiepe rollen zo sterk blijft doorspelen als in de combinatie tussen werk en privéleven. Om gelijkheid tot stand te brengen op het vlak van arbeid is het essentieel dat deze combinatie goed geregeld wordt. Het Instituut publiceerde verschillende studies over dit thema.

Vaderschapsverlof

In 2009 deed het Instituut onderzoek naar vaderschapsverlof. Werknemers die vader worden, hebben recht op 10 extra verlofdagen. In welke mate maken ze hier ook gebruik van? Uit de studie bleek dat er nog steeds lacunes bestaan bij het informeren en sensibiliseren van werknemers en werkgevers. Zo was 25% van de vaders niet op de hoogte van het bestaan van dit verlof voor de geboorte van hun kind en ondervond ongeveer 11% problemen bij het opnemen of aanvragen van het verlof.

Ouderschapsverlof, tijdskrediet en loopbaanonderbreking

In 2018 publiceerde het Instituut een studie die de globale evolutie tussen 2008 en 2017 beschrijft van de genderverdeling van enkele verlofstelsels en arbeidstijdregelingen, met name tijdskrediet, loopbaanonderbreking en ouderschapsverlof.

Tijdsbesteding

Een interessante invalshoek om verschillen in het dagelijkse leven van vrouwen en mannen te bestuderen is hun tijdsbesteding. Verschillen in de gemiddelde tijdsbesteding van vrouwen en mannen zijn allesbehalve banaal. Uit deze gemiddelden kunnen immers patronen worden afgelezen, patronen die samenhangen met stereotiepe verwachtingen en taakverdelingen. Mensen bewust maken van deze stereotypen is één van de kerntaken van het Instituut.

Een studie van het Instituut uit 2016 analyseerde de verschillen tussen het tijdsgebruik van vrouwen en mannen in termen van het aantal uren betaalde arbeid, huishoudelijk werk en zorgtaken, vrije tijd, rust en verplaatsingen.

Gemiddeld genomen zijn mannen van 18 jaar en ouder op een doorsnee weekdag 1u23min langer bezig met betaald werk maar hebben ze desondanks 44min meer vrije tijd dan vrouwen. Vrouwen besteden dan weer 1u20min meer aan huishoudelijk werk en 15min meer aan de kinderen. In het weekend valt het verschil tussen vrouwen en mannen in betaald werk weg, maar het verschil in huishoudelijk werk, kinderzorg en vrije tijd blijft.

Zwangerschap

In 2008 liet het Instituut een onderzoek uitvoeren rond zwangerschapsdiscriminatie om de klachten die het ontving ruimer te kunnen kaderen en een zicht te krijgen op de omvang van het verschijnsel in België. In 2017 publiceerde het Instituut een vervolgonderzoek. Met dit vervolgonderzoek wenste het Instituut in de eerste plaats een nieuwe meting te doen van het fenomeen en na te gaan of er enige evolutie kon worden vastgesteld. In de tweede plaats werd het onderzoek ook uitgebreid door gebruik te maken van een grotere steekproef, door de onderzoekspopulatie te verruimen tot zelfstandige en werkzoekende vrouwen en door vragen op te nemen in verband met in-vitrofertilisatie.

De resultaten van het onderzoek waren verontrustend: drie op de vier werkneemsters werden geconfronteerd met ten minste één vorm van discriminatie, benadeling en spanningen op het werk op basis van hun zwangerschap of moederschap. Concreet ondervond 12% van de werkneemsters van de onderzoeksgroep benadeling op financieel of carrièrevlak naar aanleiding van haar zwangerschap; 10% werd naar aanleiding van haar zwangerschap negatiever geëvalueerd dan voorheen en bij één op de vijf werkneemsters werd het recht op moederschapsrust niet gerespecteerd.