De loonkloof in België bedraagt 9,2% als er gecontroleerd wordt voor arbeidsduur en 23,1% zonder die correctie. Deze cijfers zijn gebaseerd op RSZ-gegevens en berekend op zo volledig mogelijke cijfers over de lonen en tewerkstelling van vrouwen en mannen in België.
Jaarlijks neemt de loonkloof in België lichtjes af. Dat is goed, maar tegelijk betekent ieder bijkomend jaar van ongelijkheid voor vrouwen een gecumuleerde achterstand in de loopbaan.
België doet het beter dan het Europese gemiddelde van 14,1%.
Het is belangrijk om twee cijfers weer te geven, omdat de ongelijke verdeling in arbeidsduur niet genderneutraal is. Het feit dat vrouwen vaker deeltijds werken dan mannen maakt juist een groot deel uit van de ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Het hangt samen met de ongelijke verdeling van zorgtaken, maar ook met stereotiepe verwachtingen op de arbeidsmarkt zelf en met segregatie: heel wat beroepen waarin veel vrouwen tewerkgesteld zijn, zijn georganiseerd in de richting van deeltijds werk, zoals bijvoorbeeld de distributie-, of de schoonmaaksector.
Het Instituut publiceert elke vier jaar een uitgebreid rapport over de loonkloof in België. Dit rapport kan gratis gedownload worden. Voor de tussenliggende jaren worden beknopte cijferoverzichten gepubliceerd.